
Wist je dat sommige vrouwen extra tepels of zelfs borsten kunnen hebben?
Dit heeft te maken met melklijsten, een fascinerend fenomeen dat bij alle zoogdieren voorkomt, ook bij mensen. Hoewel we er meestal niet bij stilstaan, loopt er bij ons onzichtbare melkklierweefsellijnen van onze oksels tot aan onze dijen.
Wat zijn melklijsten?
Melklijsten zijn twee lijnen van weefsel die zich ontwikkelen tijdens de vroege embryonale fase. Bij mensen lopen deze lijnen vanaf de oksels, langs de borsten, tot aan de liezen. In deze lijnen ligt de potentie voor de ontwikkeling van melkklierweefsel, en bij veel zoogdieren leidt dit tot meerdere paren tepels of uiers, afhankelijk van de soort. Denk aan een kat of hond, waarbij de tepels in twee nette rijen liggen langs hun buik. Bij mensen beperken we ons meestal tot twee borsten, maar de melklijsten bevatten het volledige ‘blauwdrukpotentieel’ om meer borstklierweefsel te ontwikkelen.
Polithelie en polymastie
Wanneer de natuur een extraatje toevoegt, zoals een extra tepel of borst, noemen we dat respectievelijk polithelie en polymastie. Deze extra structuren kunnen zich op verschillende plekken langs de melklijsten bevinden. Dit gebeurt soms in de oksels, maar het kan ook bij de navel of de dijen voorkomen. Een extra tepel wordt vaak aangezien voor een moedervlek of wrat, en wordt dus niet altijd herkend als tepel. Een extra borst kan lastiger zijn, vooral als deze tijdens de zwangerschap of borstvoedingsperiode melk begint te produceren.
Wanneer het lastig wordt
Extra borstklierweefsel kan voor ongemak zorgen, vooral als er geen tepel of opening is om melk uit te laten. Dit kan leiden tot stuwing, verstoppingen of zelfs borstontstekingen. Wanneer er geen mogelijkheid is om de melk af te voeren, is de behandeling anders dan bij normale borsten. In plaats van het weefsel te masseren of te stimuleren, is rust juist belangrijk. Koele kompressen en eventueel ontstekingsremmende pijnstillers kunnen helpen om de zwelling en het ongemak te verminderen.
De biologie achter de melklijsten
Bij andere zoogdieren zien we dat de melklijsten vaak volledig benut worden. Denk aan een moederhond of -kat die haar jongen voedt; de tepels zijn netjes verdeeld in twee rijen langs de buik. Hoeveel tepels een dier heeft, hangt meestal af van het aantal jongen dat verwacht wordt per worp. Bij mensen, die vaak slechts één of twee kinderen per keer krijgen, is een paar borsten voldoende. Toch laat de aanwezigheid van melklijsten zien dat het menselijk lichaam genetisch de mogelijkheid heeft om meer melkklieren te ontwikkelen.
Wat te doen als je extra borsten of tepels hebt?
Hoewel polithelie of polymastie meestal onschadelijk is, kunnen sommige vrouwen last krijgen van ongemakken, vooral als het extra weefsel melk begint te produceren. Bij borstvoeding kunnen extra tepels bijvoorbeeld problemen geven met aanleggen, omdat een baby moeite kan hebben met het correct vastpakken van een dubbele tepel.
Als het gaat om extra borstweefsel zonder opening, en er melkproductie optreedt, is het belangrijk om de symptomen van stuwing te behandelen met koele kompressen en rust. In sommige gevallen kan het nuttig zijn om een specialist te raadplegen, zoals een lactatiekundige, om te kijken hoe je de productie kunt verminderen of stoppen zonder verdere complicaties.